Het IPCC rapport en alle artikelen die eromheen geschreven zijn, roepen verschillende reacties op. Een deel van de mensen erkent het probleem en ziet de urgentie. Ze kiezen zelf bewust voor duurzame(re) alternatieven, voor biologisch, om niet te reizen. Een deel hiervan roept zelfs dat het rapport te behoudend is. De kansverdeling is niet goed en de urgentie en het risico wat we lopen is vele malen groter dan omschreven.
Een ander deel van de mensen is misschien geschrokken, maar willen het “leuk houden en lekker kunnen BBQen.” Het probleem is wel op de radar, maar daar blijft het bij. Volgend jaar weer als doel dubbele cijfers groei als de economie weer bijtrekt.
De eerste groep wordt vaak nog gezien als boomknuffelaars en idealisten. De tweede groep wordt gezien als conservatieven, en is op dit moment in de meerderheid.
Als we de conservatieven in actie willen krijgen om de wereld te behouden* (*conserveren ?), en daarmee de transformatie vorm willen geven, dan zijn daar 2 dingen voor nodig:
- Er moet een beeld zijn waar je met beide partijen over kan praten. Een denkkader die niet zegt wat ‘goed’ of ‘fout’ is, maar die helpt om elkaars beeld te begrijpen. Dat kan laten zien waarom een idee als ‘regeneratieve landbouw’ nog niet als echte oplossing gezien wordt.
- Er moet ruimte zijn tussen tussen de conservatieve grenzen en de idealistische doelen. Zodra er ideeën in die ruimte komen kunnen we in de actiestand om die ideeën te ontwikkelen.
In de volgende alinea’s gaan we dieper op deze 2 stappen in.
Een ‘neutraal’ denkkader: longevity vs. potential
Het denkkader waar de conservatieven(⌚) en boomknuffelaars(?) elkaar kunnen vinden bestaat uit de tijd-mindset (longevity) en het potentieel (potential). Op beide assen verschillen hun perspectieven namelijk sterk.
Longevity
De 2 tegenovergestelde perspectieven in de longevity dimensie zijn Strategisch management-denken(⌚) en Generatie-denken(?). Het fundamentele verschil tussen deze denkwijze zit in de tijdshorizon waarbinnen resultaten bereikt moeten worden.
Strategisch management-denken houdt zich vooral bezig met korte termijn resultaten. €1000 morgen is in de spreadsheets meer waard dan €1200 over 10 jaar. Duurzaamheid moet vanuit dit perspectief vooral logisch zijn voor een organisatie. Bijvoorbeeld door een portfolio aan ideeën te bouwen vanuit verschillende markt dynamieken (duurzame forces).
Generatie-denken gaat daarentegen uit van het feit dat er meer mensen na ons gaan komen dan er voor ons zijn geweest, en dat wij een moment zijn in de ontwikkeling van de mensheid. Het leven van 1200 mensen beter maken over 10 jaar is waardevoller dan 1000 morgen. Hier gaat het vooral om zoveel mogelijk impact, los gezien van of je dit nu of later bereikt. Beide denkwijzen zijn valide en logisch, maar leveren een andere uitkomst op.
Potential
De andere tegenovergestelde perspectieven, op de potential as, zijn Limieten-denken(⌚) en Regeneratie-denken(?). Deze manieren van denken kijken anders tegen potentie aan.
Limieten-denken richt zich vooral op het beperken van schade. Als we binnen de perken blijven waarin de natuur zich kan herstellen (de planetary boundaries), dan zitten we ‘veilig’. Hierin gaat het om een reductie van CO2, oceaanverzuring, vervuiling, watergebruik en meer. De Donut Economie als model voegt hier een sociale dimensie aan toe, namelijk dat je ook bij moet dragen aan welvaart. Limieten denken is als het ware het rondje waardoor je vierkante businessmodel moet passen.
Regeneratie-denken staat daar tegenover en gaat niet uit van de limieten, maar richt zich juist op het ontwerpen vanuit natuurlijke principes (meer hierover in een eerdere blog). De natuur als beste producent en manager, die meer creëert dan nodig is. Regeneratie-denken zie je nu vooral terugkomen in ketens die dicht bij de natuur zitten; landbouw, zeebouw (mossels, oesters) en bosbouw. Beide perspectieven zijn waardevol, waarbij limieten-denken dus meer uitgaat van behoud van het systeem door terugbrengen (meer conservatief) en regeneratie-denken op zoek is naar herontwerp van systemen op een inclusieve manier (ecologisch en sociaal).
Met dit kader kunnen we beter begrijpen dat iemand vanuit een bepaalde hoek naar het probleem kijkt. Wat opvalt is dat het limieten-denken en Strategisch management-denken beiden selectief zijn; ze geven redenen om dingen niet te doen. Regeneratie-denken en Generatie-denken werken tegenovergesteld en zijn juist gericht op creatie en zoeken naar dingen die je wel moet doen.
Beide perspectieven maken actie mogelijk
De boomknuffelaar denkwijzen zijn gericht op creatie en mogelijkheden; de conservatieve denkwijzen zijn juist selectief en beperkend. Dit betekent dat we op zoek moeten naar overlap. De creatieve ideeën van boomknuffelaars moeten binnen de grenzen blijven en aansluiten bij de huidige retoriek binnen organisaties. Daarnaast kunnen uitdagingen van organisaties die ontstaan zijn vanuit beperkingen opgelost worden dóór die andere denkwijzen te gebruiken. We moeten dus op zoek naar de ruimte, ‘the zone’, waar onze denkwijzen elkaar raken:
Waarom dit werkt? Elk creatief proces bestaat uit een combinatie van generatieve, creatieve denkwijzen én beperkende selectieve denkwijzen. Zonder beiden komt er te veel óf te weinig uit. Natuurlijk gelden hier wel de basisregels voor een succesvolle brainstorm: geen gemaar, stel je oordeel uit, bouw voort op elkaars ideeën en zorg voor volume voor je gaat selecteren.
Ga als conservatief én als boomknuffelaar in gesprek met elkaar. Verken elkaars perspectieven en verzamel ideeën in het denkkader. Denk samen na over hoe je ideeën in de ‘zone’ kan krijgen en die kan concretiseren tot een project.
Wil je hier een keer over sparren? Stuur een bericht naar Pieter.
Leave a Reply